Deze boeken zijn zeer de moeite van het lezen waard. Ze zijn niet genomineerd voor de WIZO Literatuurprijs
Arnon Grunberg – Bezette gebieden
U weet wat u krijgt wanneer u Grunberg gaat lezen. Voor hem bestaan er weinig taboes. Maar voor ieder die zijn werk kan waarderen, keert Otto Kadoke, de grensoverschrijdende psychiater uit Moedervlekken, terug in deze roman. Nadat het verhaal van Kadokes alternatieve therapie door een bekende auteur te boek is gesteld en een bestseller is geworden, raakt de psychiater verstrikt in een web van halve waarheden, interpretaties en leugens dat hem zijn baan kost – en zijn reputatie vernietigt. Maar er is meer: zijn moeder is inmiddels weer vader geworden en de verzorgster van vader ontpopt zich tot een onvermoeibare aanhangster van Christenen voor Israël.
Ronit Palache – Ik heb niets tegen antisemieten; ik lééf ervan
Voor de serie Privédomein van de Arbeiderspers dook Palache in het veelzijdige werk van Ischa Meijer en stelde daaruit een indringende bundeling op. Aan de hand van zijn werk toont Palache hoe Ischa Meijer zich “uitsprak over de oorlog en de Joodse identiteit: als nietsontziend interviewer die anderen liet zeggen wat hij zelf niet kon verwoorden, als dichter, schrijver, verslaggever en als columnist, via zijn alter ego De Dikke Man.”
Howard Jacobson – Leef een beetje
Deze Britse schrijver en columnist, die in 2010 de toonaangevende Man Booker Prize won, fileert op puntige wijze het Joodse leven in Groot-Brittannië. Leef een beetje is een roman over liefde op latere leeftijd. Rond haar negentigste levensjaar vergeet Beryl Dusinbery vrijwel alles – ook haar eigen kinderen. Ze slijt haar dagen met het treiteren van haar verzorgers en het door elkaar halen van oude anekdotes over verloren liefdes. In kringen van Noord-Londense weduwen wordt Shimi Carmelli gezien als de laatste der begerenswaardige vrijgezellen: hij kan zelf zijn knopen dichtmaken, loopt zonder rollator en spreekt zonder speekselvloed. “Híj vergeet niets. Wat deze twee elkaar nog kunnen bieden, is misschien net genoeg om de opgebouwde pijn te verzachten en nieuwe betekenis aan hun resterende levens te geven.” Grappig, puur én bitterzoet, maar … op den duur wat langdradig.
Dov Alfon – Unit 8200
In deze thriller over de Israëlische geheime dienst beschrijft Alfon met véél verve en in korte hoofdstukken één dag uit het leven van Oriana Talmor en Zeev Abadi, die er vanuit Israël en in Parijs achter proberen te komen waarom een Israëli werd ontvoerd op het vliegveld Charles de Gaulle, voordat er wellicht (ja dus) nog meer doden gaan vallen. Alfon geeft een boeiend en geloofwaardig inkijkje in de machinaties binnen de geheime dienst én bij de Israëlische regering. Spannend tot de laatste bladzijde.
Natascha van Weezel – Nooit meer Fanta. Het jaar dat mijn vader overleed
De dag waarop Van Weezel hoort dat haar vader, Max, kanker heeft en vrijwel zeker zal overlijden, valt haar wereld in duigen. Hoe een jonge vrouw afscheid neemt van haar vader en alles wat zo vertrouwd leek en zich een weg zoekt door een proces van rouwen. “De gelukpoppetjes die ze in het ziekenhuis heimelijk onder haar vaders kussen stopte, hebben niet geholpen.”
Gabriele Tergit – De Effingers
De lotgevallen van vier generaties van drie, met elkaar verweven Berlijnse families tussen 1878 en 1948. Het boek begint met een brief die de zeventienjarige Paul Effinger schrijft aan zijn ouders; het eindigt met een brief van dezelfde Paul: de afscheidsbrief die hij – dan tachtig – schrijft voordat hij op transport gaat. “Het is veelzeggend voor zowel het verloop van de Duitse geschiedenis als van Tergits meesterlijke vertelling, dat het woord ‘joods’ de eerste 200 pagina’s van het boek nauwelijks voorkomt, terwijl vrijwel alle belangrijke personages in De Effingers joods zijn. Tergit (pseudoniem van Elise Hirschmann, 1894-1982) negeert de antisemitische stereotyperingen van de negentiende eeuw niet, maar laat op treffende wijze zien dat het joods zijn vóór het begin van de jaren dertig van de vorige eeuw in Duitsland geen overheersende rol heeft gespeeld.”
Tergit werkte twintig jaar aan Effingers; de roman verscheen in 1951 in Duitsland.
Yolanda Bloemen – Charms
Voor de Russische Bibliotheek van uitgeverij Van Oorschot stelde Bloemen een bloemlezing samen uit het meer dan intrigerende werk van de Russische schrijver Daniil Charms, avant-gardist en aburdist pur sang. Niet te veel nadenken, gewoon iedere dag een of twee stukjes van zijn hand lezen en je verliezen in zijn denkkronkels. Wie nog nooit iets van Charms’ hand is tegengekomen, kan het beste beginnen met het Nawoord van de samensteller, voor het broodnodige kader.