
De tunnel’ van A.B. Yehoshua begint met de conclusie van een neuroloog: gepensioneerd ingenieur Zvi Luria heeft beginnende dementie. Om zijn geest zolang mogelijk te tarten, meldt hij zich als onbezoldigd werknemer bij het kantoor Wegenbouw Israël, waar een jonge ingenieur aan een nieuw project werkt. Echter, dit project heeft veel geheime haken en ogen. Het omvat een heuvel tussen oude Nabateese ruïnes en een tunnel, die door een ex legerofficier/archeoloog verlegd zal worden. Notabene door beschermd natuurgebied. De reden moet voor Luria verborgen blijven.
Luria blijkt niet de gedweeë meedenker en adviseur maar iemand die, gezien zijn nieuwe mentale status, krampachtig zijn greep op de werkelijkheid vasthoudt en extra verscherpt door het leven gaat. Desondanks raakt hij verstrikt in dwangmatig terugblikken, vergeetachtigheid en een verslechterd oriëntatie vermogen dat hem in dramatische situaties stort.
Zijn expertise staat echter als een paal boven water – evenals zijn betrokkenheid bij underdogs, waarbij politieke of religieuze status geen rol speelt. Luria bijt zich vast in een raadselachtige zaak: een overleden Palestijnse moeder, die tevergeefs in een Israëlisch ziekenhuis heeft gewacht op een harttransplantatie, de rouwende vader, zoon en aantrekkelijke, veelzijdige dochter. De drie stateloze Palestijnen wonen illegaal.
Waarom? In een tunnel. Hoezo? Worden ze beschermd of bedreigd? Luria is vastbesloten de uitzichtloze positie van deze Palestijnen te veranderen in een menswaardig bestaan. Hij blijkt niet de enige te zijn.
Vertaler: Kees Meiling
Uitgever: Wereldbibliotheek